“Het kind uit de dessa” - Soldaat G. Caf�

Verhalen
Fourageren  28 mei 1949
A-  A+

Gabriël Café

De fouragemeester van Rasuan, korporaal Gerrit den Otter heeft in Rotterdam een groentenzaak. Dit maakt hem tot de beste fouragemeester van ons bataljon. Hij is een meester in zijn vak en weet feilloos welk voedsel hij op de passar moet inslaan. Daarbij is hij ook nog een listig en creatief ruilhandelaar. Bijvoorbeeld met blikjes Hormel, leverpastei made in USA, overschotten uit Amerikaanse dumps op Nieuw-Guinea. De leverpastei is door het warme klimaat reeds lang vloeibaar. Ook Amerikaanse hutspot - houdbaarheidsdatum november 1944 - hebben wij in voorraad. (Niets is goed genoeg voor de Hollandse soldaat) Toch is dit varkensvoer in blik een populair ruilmiddel bij de Sumatranen, zij het blikvoer en wij vers fruit en groenten. Ook kippen liggen binnen ons bereik. Een vijfkilo blik gedroogd eigeel is ongeveer vijf kippen waard. Dank zij Den Otter en vooral ook dank zij de twee meesterkoks Gerard Broeke en Paul van den Hogen staat Rasuan bekend als de buitenpost met de beste keuken van Zuid-Sumatra.

Op 28 mei 1949 verliep het fourageren anders dan gepland, beter gezegd het verliep volgens de planning van Nato Said, de bendeleider van een groep rampokkers. Said en zijn bende waren waarschijnlijk door een van onze djongos of baboe's getipt dat onze fouragewagen weer zou uitrukken. In alle rust heeft Nato Said - een handlanger van Simandjuntak - toen een hinderlaag kunnen leggen bij Talang Bubur, een gehucht tussen Karangnegara en Muntjakkabau.

Aan boord van de Ford 3/4 tonner nr. 25, bevonden zich behalve chauffeur-fourageur Gerrit den Otter ook Bert Duurland, een Brenschutter. Er reed ook nog een inheemse informant mee. In een haarspeldbocht dicht bij Talang Bubur werd de wagen onder vuur genomen. Van twee kanten kregen de jongens een verschrikkelijk kruisvuur over zich heen. Den Otter werd in de rechterarm geraakt, zijn elleboog was aan flarden geschoten.

 

Bert Duurland kreeg twee treffers in zijn rug. De inslagen waren verschrikkelijk, Bert werd meer dan een meter weggeslagen, hij sloeg bijna overboord. De informant zat op een kist met zijn hand op zijn knie toen een kogel dwars door hand en knie ging. Gerrit den Otter zag ondanks gruwelijke pijn toch kans de wagen, met de rechterhand sturend, een paar honderd meter verder neer te zetten. Hij deed alles om de wagen maar uit de moorddadige hinderlaag te rijden. Bert Duurland had ondanks de brandende pijn met zijn Bren reeds het vuur geopend. Hij schoot magazijn na magazijn op de onzichtbare vijand leeg. De gewonde informant vulde constant Bert's Brenmagazijnen. Dit had Bert hem ooit eens geleerd. Ondanks het slechte zicht, met meer geluk dan wijsheid, zag Bert kans een van de sluipmoordenaars te doden en toen was het schieten prompt over. Gelukkig voor Bert, zijn munitie was bijna op en de Brenloop was gloeiend heet geworden.

Gerrit den Otter was er verschrikkelijk aan toe, via Palembang werd hij naar Holland overgevlogen. De chirurgen hebben hem daar een kunstelleboog aangemeten, maar zijn groentenzaak moest hij opgeven, hij kon geen groentenkist meer optillen. Hij is geëmigreerd en ik ben hem uit het oog verloren.

Bertus en de informant werden in het hospitaal van Batoe Radja weer opgelapt. Bertus had een gat in zijn rug waar je je vuist in kon leggen. Een flink stuk vlees was verdwenen. Dokter van Meurs constateerde dat Gerrit en Bertus door dum dum kogels waren getroffen. Hoe laag ben je gezonken als je dum dum tegen mensen durft te gebruiken. Maar wat wil je, Soekarno heeft evenals zijn Japanse leermeesters, nooit de Conventie van Genève ondertekend.