“Het kind uit de dessa” - Soldaat G. Caf�

Verhalen
Opnieuw de gebroeders Simandjuntak 3  Sugihwaras 17 april 1949 - Eerste Paasdag
A-  A+

Gabriël Café

Drie meter van mij af, op de pingpongtafel, ooit geritseld door onze Welfareofficier, werd een van de gewonde politiemannen verbonden. De man had een schot door zijn lies gekregen, de kogel was door zijn bil weer naar buiten gekomen: Dumdumkogels, het handelsmerk Simandjuntak en andere verzetshelden, de arme kerel mist nu op zijn zitvlak een stuk vlees ter grote van m’n vuist. Maar wat mij verbaasde en waar ik mij nu voor schaam; ik voelde niets bij de aanblik van deze ellende. Ik dacht alleen maar aan eten. Raak ik dan nu al afgestompt?

Sergeant Korpershoek - de man verdient, vind ik, een onderscheiding - moest in Baturadja bij de bataljonscommandant op het matje komen. Voor een compliment dachten wij. "Sergeant, jij hebt 1500 patronen met je Vickers verschoten! Besef je wel hoeveel dat heeft gekost?” Sergeant Piet Korpershoek wist niets van de kostprijs van een patroon. “Zeven en een halve cent per stuk sergeant!” beet de B.C. hem toe.

De dappere sergeant heeft op 17 april 1949, eerste Paasdag, in totaal drie minuten en twintig seconden met de Vickers geschoten. De vuursnelheid van een Vickers is 450 schoten per minuut. Hij verschoot dus 1500 patronen á zeven en een halve cent. De totale kostprijs van deze verspilling kwam daardoor op honderdtwaalf gulden en vijftig cent. Piet Korpershoek heeft ons bataljon op gruwelijke onkosten gejaagd. Dat de brave sergeant door zijn actie velen van ons in leven heeft gehouden had onze grote baas, niet gehinderd door zijn kruideniers mentaliteit, nog niet bedacht.

 

Met onze Hollandse logica dachten wij dat Harris Simandjuntak na de dood van zijn broer Liberty het nu wel voor gezien zou houden. Niets was minder waar. Op 19 april werd een door hem geplande overval op Lontar verijdeld. Op 20 april werd hij met zijn 100 man sterke bende bij Paduraksa gesignaleerd. Deze bewoog zich in Zuidelijke richting. Op 23 april stak hij met 30 man TNI ten zuiden van Gunungmerakse de Ogan over. Hij zocht contact met de bende van tweede luitenant Ichsan. Tijdelijk vond hij onderdak op Talang Seluai waar de plaatselijke bevolking door zijn bende werd geterroriseerd en van hun laatste voedsel beroofd. 2 mei; de bende van Simandjuntak en de bende van tweede luitenant Nahwi sloten zich aan bij een 300 man sterke TNI bende en vertrokken in zuidelijke richting. In het woeste bergland van het Semendo plateau zochten zij tijdelijk een onderkomen. De druk van het Nederlandse leger werd hen te groot

9 juni; Harris Simandjuntak dook weer op. Hij werd met een 100 man sterke TNI bende bij Tenang Kisam gesignaleerd. Onder zijn commando bevonden zich ook een aantal gedeserteerde Jappen.

17 juli; Simandjuntak werd bij Bukit Isajang gesignaleerd. Hij had zich nu weer omringt door een 100 man sterke bende.

21 juli; Simandjuntak werd met een sterke bende gezien bij de kampong Mendingin.

 

28 juli; in de omgeving van Ulak Lebar, werden 200 man TNI en Lasjkar Rakjat onder commando van vaandrig H.S.Simandjuntak waargenomen.

22 augustus; Simandjuntak deed een poging Pulau Pangung te isoleren.